Terug.
een uitspringer is. Maar natuurlijk vraagt men zich meteen ook af, of deIn de tien jaar die sindsdien verlopen zijn, is er wel iets veranderd. Wil een 250-er thans als uitgesproken sportief beoordeeld worden, dan moeten er wat meer dan 14,5 pk's uitkomen. Maico heeft daarin dus voor­zien, door zijn Super Sport 24 pk (bij 5800 toeren) te geven, waarmee dit model zelfs een uitspringer is. Maar natuurlijk vraagt men zich meteen ook af, of de op 14,5 pk gehandhaafde Blizzard dan nu een

achterblij­vertje is geworden. Dat we als antwoord hierop een volmondig nee kunnen laten horen, zit niet alleen in het feit, dat 110 km/u ook nu nog voor een ééncilinder tweetakt een alleszins respectabele topsnelheid is, zeker als die met rechtop gezeten rijder bereikt kan worden. De fabriek geeft als top zelfs ruim 115 km/u op en in­dien men zijn rijpositie zodanig kiest dat de luchtweer­stand zoveel mogelijk gedrukt wordt, is ook die waarde wel te realiseren.

Dat we als antwoord hierop een volmondig nee kunnen laten horen, zit niet alleen in het feit, dat 110 km/u ook nu nog voor een ééncilinder tweetakt een alleszins respectabele topsnelheid is, zeker als die met rechtop gezeten rijder bereikt kan worden. De fabriek geeft als top zelfs ruim 115 km/u op en in­dien men zijn rijpositie zodanig kiest dat de luchtweer­stand zoveel mogelijk gedrukt wordt, is ook die waarde wel te realiseren. Maar bekijken we behalve de presta­ties ook de conceptie van de Blizzard als zodanig, dan mag gezegd worden dat hij het nog best doet.
Bron: Blad Motor 1965 Nr.12

Hernieuwde Kennismaking met de Maico Blizzard.

Maico brengt tegenwoordig zijn 250 cc tweetakt met de motor in twee uitvoeringen (de uitgesproken wedstrijdmodellen, buiten beschouwing gelaten). De Blizzard met 14,5 pk motor kan het meest aanspraak maken op de betiteling toer- of dienstmachine. Behalve die Blizzard is er ook het model Super Sport en met zijn bijna 10 pk's extra is dit een flinke opgevoerde motor. Maico heeft met dit laatste model uiteraard een troef in handen willen
Eigenlijk is de 250 cc Maico Blizzard een motorrij­wiel van een type, waarvan menigeen vindt dat er tegen­woordig te weinig meer van zijn. Verschillende Duitse fabrieken hebben de afgelopen jaren het loodje gelegd, de Engelse fabrikanten van middenklasse motoren zijn hier nooit zo in de running geweest en wat de Japanners en Italianen brengen, is door de bouwwijze toch wel iets anders dan zo'n Maico. Kenmerkend voor de motorrij­wielen van Duitse makelij is altijd geweest de robuuste bouw en het forse formaat. Menigeen is hier evenzeer op gesteld als anderen dat juist zijn op de ranke of com­pacte bouw, welke veelal resulteert in een vlotte lijn en een sportieve zit. Wat dit betreft geldt natuurlijk „ieder zijn smaak" en hoe men er ook over denkt, het is in ieder geval prettig dat er nog een vertegenwoor­diger van de Duitse industrie is zoals
Voor het genoemde bedrag wordt deze Maico geheel compleet geleverd, d.w.z. met km-teller/snelheidsmeter en buddy-seat. Er is ook een Blizzard de Luxe, waarbij in geen enkel opzicht op de finish bespaard is, en dit model kost ,f 1795,-.

De technische gegevens van de Maico Blizzard zijn in een apart staatje bijeen gebracht en een uitgebreide beschouwing over de opbouw van motor en rijwielge­aeelte kunnen we hier dus gevoeglijk achterwege laten, temeer daar er bij het huidige model ten opzichte van zijn voorgangers niet veel nieuws onder de zon is. Op één belangrijk punt wijkt de Blizzard wel af van de vroe­gere uitvoering. De schommelarm voorvering heeft na­melijk het veld moeten ruimen en daarvoor in de plaats is weer de telescoop voorvork gekomen. Het is een uiterst robuuste vork, waarvan de hydraulische demping voor­treffelijk functioneert. De veringssou-plesse is naar on­ze mening wat minder dan die van de vroegere voor­vering, maar ten aanzien van de weg-ligging en stuur­kwaliteiten geldt dit niet; eerder is met betrekking tot deze punten het tegendeel het geval, in zoverre dat de stuureigenschappen naar de smaak van menigeen wat prettiger zijn geworden. Een schommel-arm voorverings­ysteem kan onder bepaalde omstan-digheden enige pen­delneiging in het stuur geven, een effect dat zich bij een telescoop voorvork vrijwel nimmer kenbaar maakt. We moeten hier onmiddellijk aan toevoegen, dat de Bliz­zard ons echter op dit punt destijds geen aanleiding tot kritiek gaf.
Maico, die met zijn kwartliter een model biedt in het oude vertrouwde genre.

Tien jaar geleden kostte de Blizzard .f 1795,-. Sinds­dien is bijna alles veel duurder geworden; deze Maico echter niet. In standaarduitvoering, dat wil zeggen met weinig chroom - o.a. de tank en velgen zijn gelakt - en ongepolijst carter, kost de Blizzard slechts ,f 1695,-. Voor deze standaarduitvoering bestaat best belangstel­ling, wat wel hieruit zal voortspruiten, dat niet iedereen prijs stelt op het regelmatig onderhoud vragende chroom.
was in zijn aanwijzing (wat maar zelden voorkomt) en de genoemde 72 km/u was in werkelijkheid ruim 75 km/u. Bij hogere snelheden werd de meterafwijking nog wat groter en zo bleek bijvoorbeeld 90 op de meter overeen te komen met 96 echte kilometers per uur. Zuiver aflezen bij hogere snelheden was overigens niet mogelijk, omdat de naald dan nog al een sterke schommelneiging had.
Verder doortrekken in III dan 70 à 75 km/u heeft wei­nig zin, omdat de motor zelfs al bij lagere snelheden in IV een flinke trekkracht ontwikkelt.
Van veel belang achten wij dit punt echter niet, want als men even op de mo­tor is thuis geraakt en voor zichzelf heeft uitgemaakt hoe men het prettigst schakelt - men kan ook opschakelen met voorste (teen-)gedeelte van het pedaal - dan le­vert het vlot “bespelen” van de versnellingen geen en­kele moeilijkheid op.

De Maico Blizzard heeft zich in de loop der jaren een goede reputatie verworven en dat dit model nog zwakke punten zou hebben, die dringend verbetering behoeven, kunnen we wel uitgesloten achten. Het robuuste en de­gelijke ligt er eigenlijk duimendik bovenop. Wat ons tegenviel, was de remwerking. De voorrem van onze roadtestmotor kon nog wel een voldoende halen, maar de achterrem gaf slechts een matige remwerking bij nor­maal uitgeoefende kracht op het rempedaal. Aangezien we in het verleden Maico's gereden hebben waarvan de remwerking aanmerkelijk beter was, nemen we aan dat we dit keer te maken hadden met een uitzondering op de goede regel.

Aan de koppeling kunnen we zonder meer de kwalificatie goed toekennen.
Dat de Duitse motorrijwielen doorgaans een prima lichtinstallatie hebben, is genoegzaam bekend en geldt ook voor de Maico. Eén wens: toepassing van een groter achter/stoplicht, dat bij deze forse kwartliter wat uit de toon valt. U ziet met dit al wel, dat de hernieuwde kennismaking met de Blizzard ons slechts weinig (en dan nog matige) kritiek ontlokt heeft. Eindoordeel: het is een motor, die door zijn uitvoering en eigenschappen het merk Maico op waardige wijze representeert!
hebben voor de liefhebbers, die per se het onderste uit de kan willen hebben wat de motorpresta­ties betreft. Wie niet vóór alles sportieve prestaties op het hoogste plan wenst, zal echter van de Blizzard wél zo veel plezier beleven. De motor draait rustiger, hoeft niet echt hoog in toeren gehouden te worden om goed op te nemen bij gas geven en deze niet speciaal opge­voerde 250-er is anderzijds toch voldoende mans om er vlot mee uit de voeten te kunnen.

Onze eerste kennismaking met de Blizzard dateert van tien jaar terug. Toen was dit model nog maar kort op de markt en voor die tijd was het een motor, waarvan we na het opdoen van roadtestervaringen met recht kon­den zeggen: „Het accent op sportief tempera-ment"; welke titel dan ook boven onze beschouwing prijkte. Ook toen al was het motorvermogen 14,5 pk bij 5200 toeren en met die

Blizzard was men wat de acceleratie betreft het merendeel van alle andere kwartliters de baas, ter­wijl de topsnelheid van ca. 110 km/u in deze klasse wer­kelijk iets bijzonders was, zeker voor deze ééncilinder tweetakt.

In de tien jaar die sindsdien verlopen zijn, is er wel iets veranderd. Wil een 250-er thans als uitgesproken sportief beoordeeld worden, dan moeten er wat meer dan 14,5 pk's uitkomen. Maico heeft daarin dus voor­zien, door zijn Super Sport 24 pk (bij 5800 toeren) te geven, waarmee dit model zelfs
Als we toch de voorkeur geven aan de nu toegepaste telescoop voorvork, is dit noodzakelijk om  de meer robuuste constructie.

De vorkpoten van het schom­melarm veringssysteem waren niet zo stijf en om de kans op vervorming bij optredende grote dwarskrach­ten te beperken, werden bij die vroegere vork later extra verstevigingsbuizen aangebracht. De telescoop voorvork is qua opbouw wat minder ge­compliceerd en, zoals gezegd, hij is in alle opzichten pri­ma voor zijn taak berekend. Dat geldt ook voor de zweefarm achtervering, al zou een wat soepeler wer­king hiervan het comfort nog ten goede kunnen komen. Het is echter een bekend verschijnsel, dat veren op de duur wat slapper worden. De stugheid die wij bemerk­ten bij de nog vrijwel splinternieuwe roadtestmachine - er stonden pas enkele tientallen kilometers op de teller toen we de motor kregen en deze is inmiddels te­rug naar de importrice op km-stand 900 - kan dan ook best na enkele duizenden kilometers al goeddeels ver­dwenen zijn, zodat de vering dan net goed is.

Ons was van de vroegere Maico-roadtest bij gebleven, dat de motor in een vrij groot toerengebied niet tril­vrij was en zelfs wat rauw liep. De huidige motor heeft wat dit betreft een veel betere indruk op ons gemaakt en trillingen werden pas voelbaar als de motor werke­lijk hoog in toeren kwam. In de derde versnelling was dat bij een snelheid op de snelheidsmeter van ca 72 km/u, waarbij juist een merkteken op de meterschaal staat dat men in deze versnelling dan het maximum be­reikt heeft. Na ijking van de snelheidsmeter bleek ons, dat deze te pessimistisch
was in zijn aanwijzing (wat maar zelden voorkomt) en de genoemde 72 km/u was in werkelijkheid ruim 75 km/u. Bij hogere snelheden werd de meterafwijking nog wat groter en zo bleek bijvoorbeeld 90 op de meter overeen te komen met 96 echte kilometers per uur. Zuiver aflezen bij hogere snelheden was overigens niet mogelijk, omdat de naald dan nog al een sterke schommelneiging had.
Verder doortrekken in III dan 70 à 75 km/u heeft wei­nig zin, omdat de motor zelfs al bij lagere snelheden in IV een flinke trekkracht ontwikkelt.

Binnen de be­bouwde kom zal men niet vaak van de vierde
versnel­ling gebruik maken, want 50 km/u is voor deze versnel­ling wat aan de lage kant en de motor loopt bij deze snelheid veel mooier rond in III. Die derde versnelling is op de buitenweg een prettige passeersnelheid bij accelereren tot zo'n 75 km/u en boven deze snelheid neemt de mooi gezond draaiende motor zó goed op in IV, dat men vlot boven de 100 km/u zit, als de wind althans niet tegenwerkt. Een flinke tegenwind maakt zich natuurlijk bij de acceleratie (en ook bij de top) goed merkbaar, maar over het algemeen kan toch gezegd worden, dat de Maico Blizzard feller en ook sneller is dan men zou verwachten van deze ééncilinder tweetakt, die immers geen sportmachine is.

We hebben, teneinde het flinke prestatiepotentieel met cijfers te kunnen staven, enkele acceleratiepogingen on­dernomen over één kilometer, met staande start, maar vrij druk verkeer en een wisselende wind waren er de oorzaak van, dat de verkregen resultaten wat uiteen liepen. De lijden lagen tussen de 40 en 45 seconden, wat wil zeggen, dat men over de kilometer met staande start (!) aan een gemiddelde komt van 80 tot 90 km/u. Met een tamme tweetakt lukt dat absoluut niet!

De Maico schakelt niet uitermate licht maar wel goed. Het opschakelen met behulp van het hakpedaal zou nog wat gemakkelijker gaan, als het achterste deel van dit schakel-pedaal wat breder was uitgevoerd of wat meer naar buiten geplaatst was, wat de verstelmogelijkheid ook nog ten goede zou komen.
Terug.

Duitse versie

M-Tour M250 Blizzard-03-1965

Duitse versie

Maico M250-S-Blizzard Test 1965 Bron: Blad Motor

Pdf blad